A|A|A
kinderneurologie

 

 

 

 

 



Ziektenbeelden

Vraag om informatie

Gastenboek

Van A tot en met Z

Praktische links

Contact met ouders

Intense imagery movements

 

Wat zijn intense imagery movements?
Intense imgarey movements zijn terugkerende opvallende bewegingen bij kinderen die ontstaan doordat kinderen een (fantasie)verhaal wat in hun hoofd afspeelt aan het uitbeelden zijn.

Hoe worden intense imagery movements ook genoemd?
Intens imagery movements worden ook wel afgekort tot de letters IIM. Intense geeft aan dat het opvallende bewegingen zijn die enige tijd aanhouden. Imagery betekent beeldspraak en geeft aan dat kinderen het verhaal in hun hoofd aan het uitbeelden zijn. Movements betekent bewegingen.

Stereotypieën
Intens imagery movements behoren tot de groep bewegingsstoornissen die stereotypieën worden genoemd. Dit zijn telkens terugkerende bewegingen die vaak bedoeld zijn om positieve of negatieve spanning in het lichaam te ontladen. Kinderen met intens imagery movements zijn zich in meer of mindere mate wel bewust dat zij deze bewegingen maken.

Hoe vaak komen intense imagery movements voor bij kinderen?
Het is niet goed bekend hoe vaak intense imagery movements voorkomen bij kinderen, waarschijnlijk is het niet zeldzaam en wordt het regelmatig niet herkend.

Bij wie komen intense imagery movements voor?
Voor de leeftijd van 6 jaar is het hebben van intense imagery movements normaal, na deze leeftijd gaan deze bewegingen opvallend worden. Gemiddeld zijn kinderen tussen de 8 en 9 jaar wanneer deze diagnose gesteld gaat worden.
Zowel jongens als meisjes kunnen intense imgary movements hebben. Tot nu toe zijn de kinderen die deze diagnose gekregen hebben vaker jongens dan meisjes. Het zou goed kunnen zijn dat meisjes minder opvallende bewegingen maken, waardoor zij minder snel deze diagnose krijgen.

Wat is de oorzaak van intense imagery movements?
Niet bekend
De oorzaak van het ontstaan van intense imagery movement is niet bekend. Waarschijnlijk is er niet een oorzaak, maar is er sprake van een combinatie van verschillende oorzaken.

Normale ontwikkeling
Op kinderleeftijd moeten kinderen leren onderscheid te maken tussen fanatasie en werkelijkheid. Bij jonge kinderen lopen fanatasie en werkelijkheid door elkaar heen. Het is op jonge leeftijd heel normaal dat kinderen fanatsieverhalen aan het uitbeelden zijn. Met het ouder worden leren kinderen het verschil te maken tussen fantasie en werkelijkheid. Rond de leeftijd van 6 jaar zijn de meeste kinderen in staat om verschil tussen fanatasie en werkelijkheid te maken.
Er bestaat dus een geleidende schaal op welke leeftijd het hebben van intense imagery movements nog normaal is en vanaf welke leeftijd dit bijzonder gaat worden.

Ontwikkelingsprobleem
Intense imagery movements komen vaker voor bij kinderen die milde ontwikkelingsproblemen hebben. Vaak hebben kinderen een groot verschil tussen hun verbale IQ en hun performale IQ. Het performaal IQ is lager, wat aangeeft dat delen van de hersenen die betrokken zijn bij het verschil tussen fantasie en werkelijkheid minder goed werken dan delen die betrokken zijn bij het begrijpen en spreken van taal. Waarschijnlijk draagt dit bij aan het aanwezig blijven van intense imagery movements bij kinderen. Ook wordt vaker gezien dat kinderen met intense imagery movements vaker de informatie trager verwerken, sneller afgeleid en meer dromerig zijn en meer moeite hebben met het onderdrukken van impulsen. Kinderen zijn zich waarschijnlijk ook minder bewust dat zij deze bewegingen maken en zich weinig bewust dat mensen in de omgeving deze bewegingen opvallend vinden.

Veranderingen in het DNA
Mogelijk spelen veranderingen in het DNA die maken dat kinderen gemakkelijker intense imagenary movements gaan vertonen ook een rol. Het blijkt dat een op de zes kinderen een broer, zus of ouder heeft die ook intense imagenary movements heeft (gehad) en bij een op de vier een neef, nicht of oom of tante. Om welke veranderingen in het DNA het zou kunnen gaan is niet bekend. Waarschijnlijk gaat het om een combinatie aan veranderingen die maken dat het ene kind gemakkelijker intense imagenary movements ontwikkelt dan het andere kind. Bij een deel van de kinderen wordt een verandering gevonden in het KDM5B-gen.

Hoe zien intense imagery movements eruit?
Variatie
Er bestaat een grote variatie in de manier waarop intense imagery movements eruit zien. Dit kan per kind erg verschillen. Kenmerkend is dat het terugkerende bewegingen zijn.

Bewegingen
Intense imagery movements zijn terugkerende complexe bewegingen met de armen en benen. Allerlei verschillende bewegingen kunnen voorkomen, zoals slaande bewegingen, typende bewegingen, tikkende bewegingen met de benen of schoppende bewegingen met de benen. Het hangt van het verhaal af wat kinderen aan het uitbeelden zijn, welke bewegingen een kind laat zien. Ook kunnen verschillende bewegingen door elkaar heen lopen.
Sommige kinderen maken ook geluiden tijdens het maken van bewegingen.

Minder alert op de omgeving
Tijdens het maken van deze bewegingen, zijn kinderen meer in zizchzelf gekeerd en minder alert op de omgeving. Kinderen zijn niet buiten bewustzijn, wanneer ze aangesproken worden, zullen kinderen, soms na enig aandringen, wel reageren.

Verhaal in het hoofd
Wanneer het kinderen gevraagd wordt, dan kunnen zij vaak aangeven dat zij tijdens het maken van deze bewegingen in hun hoofd met een verhaal bezig waren. Vaak gaat het om een verhaal van een computer spel, een film of tv-serie, soms ook om een zelf bedacht fantasieverhaal bijvoorbeeld over ridders of draken. De bewegingen die kinderen maken passen ook bij dit verhaal.

Kinderen hebben zelf geen last
De meeste kinderen hebben zelf geen last van hun intense imagery movements. Sommige kinderen geven aan dat ze rustig worden door het uitvoeren van deze bewegingen.
Het uitvoeren van deze bewegingen geeft niet het gevoel van opluchting wat kinderen met tics hebben.

Afleiden
Wanneer kinderen worden afgeleid, stoppen de intense imagery movements meestal. Dit geeft bij kinderen ook geen onrustige gevoelens in hun lichaam zoals bij kinderen die proberen hun tics te onderdrukken.

Toename bij spanning
De intense imagery movements nemen vaak toe in periodes van spanning en stress (zoals een verjaardag, sinterklaas, een verhuizing, geboorte ander kind in de familie)

Leerproblemen
Kinderen met intense imagery movements hebben vaker problemen met leren. Zij zijn vaak meer moeite met verhaalsommen, met opdracht waar ruimtelijk inzicht voor nodig is en begrijpend lezen. Een groot deel van de kinderen heeft een lager werktempo en is sneller afgeleid van het werk.

Problemen met bewegen
Een deel van de kinderen die intense imagery movements heeft is ook wat houteriger en onhandiger in de manier van bewegen.

Ontwikkeling
Een groot deel van de kinderen met intense imagery movements ontwikkelt zich verder normaal.
Bij kinderen waar de intense imagery movements een onderdeel zijn van een algehele ontwikkelingsachterstand of van autisme zal de ontwikkeling anders verlopen door deze ontwikkelingsachterstand of het autisme.

Hoe wordt de diagnose intense imagery movements gesteld?
Verhaal en onderzoek
De diagnose intense imagery movements wordt gesteld aan de hand van het verhaal van het kind en de ouders en de normale bevindingen bij onderzoek. Een video-opname van de bewegingen kan heel behulpzaam zijn om de juiste diagnose te stellen. Het is heel belangrijk om kinderen te vragen of zich in hun hoofd een verhaal afspeelde tijdens het maken van deze bewegingen. Deze vraag wordt vaak vergeten, maar is een belangrijke clue voor deze diagnose.
Er bestaat geen ander onderzoek om de diagnose intense imagery movements te bevestigen.
Het is ook niet nodig om ander onderzoek te verrichten om deze diagnose te stellen. Wanneer kinderen een ontwikkelingsachterstand hebben en/of autistiforme kenmerken, dan kan het nodig zijn voor deze diagnoses aanvullend onderzoek te verrichten om de oorzaak van de ontwikkelingsachterstand en/of autisme te achterhalen.

EEG
Wanneer deze aandoening niet herkend wordt, kan door ouders en dokters gedacht worden aan epilepsieaanvallen als verklaring voor de terugkerende bewegingen en daarom een EEG gemaakt worden. Op het EEG worden bij kinderen met intense imagery movements geen afwijkingen gezien.

MRI van de hersenen
Wanneer bij kinderen met intense imagery movements een MRI scan van de hersenen wordt gemaakt, dan worden hierop geen afwijkingen gezien. Het is niet nodig om bij kinderen metintense imagery movements een MRI scan van de hersenen te maken. Dat zal alleen gedaan worden wanneer er naast de intense imagery movements nog andere neurologische afwijkingen bij onderzoek gevonden worden.

Neuropsychologisch onderzoek
Bij kinderen met intense imagery movements komen vaker leerproblemen, problemen met de aandacht en concentratie of angst problemen voor. Indien hier aanwijzingen voor zijn, kan een neuropsychologisch onderzoek helpen om in kaart te brengen welke problemen een kind heeft om zo tips te geven hoe het kind hier het beste in te ondersteunen.

Hoe worden intense imagery movements behandeld?
Geen behandeling
Het is lang niet altijd nodig om intense imagery movements te behandelen. Kinderen zelf hebben er geen last van. Het is vaak de omgeving die er meer moeite mee heeft dan het kind zelf. Goede uitleg aan de omgeving dat de intense imagery movements bij het kind horen en niet wijzen op een ernstige hersenziekte kan maken dat mensen in de omgeving minder op de intense imagery movements van het kind gaan letten. Dit kan de intense imagery movements al wat minder maken, stress kan namelijk intense imagery movements verergeren.
Het is heel belangrijk om proberen te voorkomen dat kinderen met intense imagery movements als anders of vreemd worden gezien. Dit ondermijnt het zelfvertrouwen van een kind.
Vaak verdwijnen de intense imagery movements spontaan wanneer het kind ouder wordt.

Afspraken maken
Met oudere kinderen is het mogelijk om afspraken te maken, dat wanneer zij merken dat zij de intense imagery movements willen gaan maken, zij dit gaan doen in een omgeving waar dit kan en niet zo opvallend is voor andere mensen die niet van de intense imagery movements afweten. Dit is wel lastig voor kinderen, omdat zij vaak zelf niet zo door hebben dat zij deze intense imagery movements gaan maken.

Verbeteren lichaamsbewustzijn
Kinderen die intense imagery movements maken hebben vaker een minder goed lichaamsbewustzijn. Het verbeteren van het lichaamsbewustzijn bijvoorbeeld via fysiotherapie of haptotherapie kan helpen dat kinderen sneller merken dat zij deze bewegingen willen gaan maken en wellicht kunnen kiezen voor een andere manier om te zoeken naar ontspanning of om stress kwijt te raken.

Ontspanning
Intense imagery movements nemen vaak toe door spanning en stress. Het zorgen voor voldoende ontspanningsmomenten op een dag kunnen helpen om kinderen minder vaak intense imagery movements te laten maken.

Psychologische begeleiding
Kinderpsychologen kunnen kinderen helpen om een andere manier te vinden om met spanning om te gaan, wanneer kind en ouders het samen moeilijk vinden om hier een goede manier in te vinden.
Ook kan een psycholoog begeleiding geven voor bij komende problemen die vaker worden gezien bij kinderen met intense imagery movements zoals angst, aandachts-en concentratieproblemen, weinig zelfvertrouwen of leerproblemen

Contact met andere ouders
Door middel van het plaatsen van een oproepje op het forum van deze site kunt u in contact komen met andere ouders/verzorgers die een kind hebben met intense imagery movements.

Wat betekent het hebben van intense imagery movements voor de toekomst?
Aanwezig blijven
intense imagery movements kunnen een aantal jaren aanwezig blijven en af en toe meer en dan weer in mindere mate aanwezig zijn. Vaak worden ze met het ouder worden minder opvallend.

Verdwijnen
Bij een groot deel van de kinderen zonder onderliggende aandoeningen verdwijnen de intense imagery movementsuiteindelijk.
Bij kinderen met een onderliggende aandoening (zoals een ontwikkelingsachterstand of autisme) blijven de intense imagery movements vaak langer aanwezig.

Ontwikkeling
Kinderen met intense imagery movements zonder onderliggende aandoening ontwikkelen zich vrij normaal. Wel komen problemen met aandacht- en concentratie, angst, leren of bewegen vaker voor bij kinderen met intense imagery movements. Door hier aandacht voor te hebben en kinderen hier zo nodig extra in te ondersteunen, leren kinderen hier in hun verdere leven mee om gaan en kunnen ze een normaal leven lijden.
Een onderliggende aandoening zoals een ontwikkelingsachterstand en/of autisme kan wel van blijvende invloed zijn op het dagelijks leven.

OCD
Een deel van de kinderen die intense imagenary movements heeft gehad, krijgt vanaf de puberteitsleeftijd last van dwang.

Levensverwachting
Kinderen met intense imagery movements hebben een normale levensverwachting.

Kinderen krijgen
Volwassenen die intense imagery movements hebben (gehad) kunnen normaal kinderen krijgen Het hebben van deze intense imagery movements is niet van invloed op de vruchtbaarheid. Deze kinderen hebben een licht verhoogde kans om zelf ook intense imagery movements te krijgen.

Hebben broertjes en zusjes een vergrote kans om ook intense imagery movements te krijgen?
De oorzaak van het ontstaan van intense imagery movements is niet precies bekend. Er lijkt binnen bepaalde families wel een soort aanleg voor het ontstaan van intense imagery movementsvoor te komen. Broertjes en zusjes hebben dus een licht verhoogde kans om zelf ook last te hebben van intense imagery movements.

Wilt u dit document printen dan kunt u hier een pdf-versie downloaden.

Wilt u ook uw verhaal kwijt, dat kan: verhalen kunnen gemaild worden via info@kinderneurologie.eu en zullen daarna zo spoedig mogelijk op de site worden geplaatst. Voor meer informatie zie hier.

Heeft u foto's die bepaalde kenmerken van deze aandoening duidelijk maken en die hier op de website mogen worden geplaatst, dan vernemen wij dit graag.

Referenties
1. Intense Imagery Movements (IIM): More to motor stereotypies than meets the eye. Robinson S, Woods M, Cardona F, Hedderly T. Eur J Paediatr Neurol. 2016;20:61-8.
2. Intense imagery movements: a common and distinct paediatric subgroup of motor stereotypies. Robinson S, Woods M, Cardona F, Baglioni V, Hedderly T. Dev Med Child Neurol. 2014;56:1212-1218
3. Tics and stereotypies: A comparative clinical review. Martino D, Hedderly T. Parkinsonism Relat Disord. 2019;59:117-124

Laatst bijgewerkt: 9 april 2021 voorheen: 20 februari 2020

 

Auteur: JH Schieving

 

Hier is ruimte voor
Uw verhaal

Heeft uw kind nog andere symptomen, laat het ons weten.